zaterdag 5 augustus 2017

Camargue - van Saint Gilles naar Stes-Maries-de-la-Mer

Wij zouden deze 3e dag in juli van onze camping bij Gallician in de Petit Camargue (Camargue Gardoise)  rijden naar Stes Maries-de-la-Mer, waar de Petit-Rhône in de Middellandse Zee uitmondt. Op de site van France-Voyage wordt Saint Gilles de toegangspoort tot de Camargue genoemd. Daar, na het oversteken van de Petit-Rhône betreedt men het Parc Naturel Régional Camargue. St. Gilles is een aardig plaatsje, waaraan een lange historie ten grondslag ligt. Het is dan ook best leuk om vanaf het centrale dorpsplein (VVV) door de toegangspoort het oude stadsgedeelte in te lopen om even door de smalle straatjes te zwerven. Het meest markante en gerespecteerde bouwwerk van St. Gilles is onmiskenbaar de 12-eeuwse abdij, die ten tijde van ons bezoek grondig werd gerenoveerd en volledig in de steigers stond. We konden echter wel het interieur bewonderen en als zo dikwijls dwingt ook hier de bouwkunst in die vroege tijden ons respect af. De legende rond de stichter en naamgever Gilles geeft extra kleur aan de historie.






De Rhônedelta tussen de kleine en grote Rhône bestaat niet alleen uit natuurgebied. Door de eeuwen heen hebben mensen het gebied in cultuur gebracht, maar door zout en regelmatige overstromingen werd dat ernstig bemoeilijkt. Later werden dijken, drainage- en irrigatiesystemen aangelegd om fruitteelt en wijnbouw mogelijk te maken. De Camargue behoort tot de grootste rijstleveranciers van Europa en staat vooral bekend om zijn rode rijst. Wij maakten kennis met de verschillende aspecten van het gebied toen we van St Gilles via de D37  en de D36 langs het Etang de Vaccares zuidwaarts reden naar Salin-de-Giraud en vandaar over de 570 naar Stes-Maries-de-la-Mer.

links van de dijk uitgestrekte zonnebloemvelden, rechts rijstvelden



Bermen met bloeiende bomen en planten trokken veel vlinders en libellen. Het is lastig fotograferen wanneer ze wiegen op de wind.



Voorbij een grote stierenfokkerij sloegen we bij Villeneuve rechtsaf, een smal landweggetje in dat ons tussendoor  de moerassen en meren zou leiden.



Herhaaldelijk zijn we gestopt om van deze prachtige natuur te genieten. Hier en daar biedt de D36 een goed uitzicht op het meer. Een langgerekte zwarte streep op het water trok onze aandacht. Op de uitkijkpost en met de verrekijker konden we vaststellen dat het een lange stoet van meerkoeten was, die aan ons voorbij trok, vergezeld van enkele eenden en futen. Het is voor het eerst dat ik meerkoeten zo geordend bezig heb gezien.




Uit de bijzondere flora zou ik afleiden dat dit brak water meren zijn, maar er zijn wel allerlei loofbomen in deze omgeving en dat duidt weer op zoet water. Misschien dat het Musee Camargues daarover meer informatie biedt en in ieder geval las ik hier iets over op https://www.take-a-trip.eu/nl/zomervakanties/artikels/het-regionaal-natuurpark-van-de-camargue/1598/. Het museum is niet ver van hier, maar dat hebben we nu niet bezocht omwille van de tijd en onze plannen.


Vanaf de weg ontdekten we in de buurt van een boerderij een ooievaarsnest, waar een koppel opvallend actief in de weer was. Nu eens niet op een paal, maar in een heel natuurlijke setting.


Een kreekje en een kleine zilverreiger die juist een visje vangt.



Een kolonie kokmeeuwen. Heel in de verte bij de bomenrijen heb ik de witte stipjes van talloze flamingo's gezien. Enkele aalscholvers zaten te zonnen op de paaltjes in het water, hier en daar dobberden futen op de golfjes.



Verderop maakten de witte paarden het Camargue plaatje compleet en kregen we gelegenheid om alle indrukken bij een heerlijke zeehap te verwerken.





Via de D570 bereikten we de kust, maar niet voordat we een paar uur hadden rondgewandeld in het Parc du Pont de Gau. Dat is echter een apart blogbericht waard. Stes. Maries is een heel aardige badplaats met alles wat je daarvan maar kunt verwachten en wensen.










Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten