Maar deze ontdekking moest voor ons nog komen, toen we bij ons bezoek als eerste tegen de statige Eglise de Sacré-Coeur de Jésus aanliepen. Zo'n uitnodigende deur laten we niet snel links liggen, dus daar gingen we weer. We komen nooit zo dikwijls in een kerk als tijdens onze vakanties!
Een moment stilstaan bij overleden geliefden en opnieuw genieten van kleurrijke gebrandschilderde ramen.
Een van de bekendste gelegenheden op het plein is het Grand Café, daterend uit 1899, waar we de art-déco stijl herkenden in de gevel en waar het weelderig gedecoreerde interieur met de spiegelwanden de indruk gaven van een enorme ruimte door de alsmaar repeterende spiegelbeelden. Maar het interieur is in werkelijkheid niet breder dan de entree. Het bood in ieder geval de gelegenheid om de lichamelijke behoeften te bevredigen om het evenwicht te bewaren met al het geestelijke. Achter de monumentale gevel van de Nouvelles Galeries zagen we de torens van de volgende kerk al opdoemen!
Van het plein liepen we zo het historische stadsdeel in, dat gemarkeerd wordt door de hoge torens van de kathedraal en de Tour d'Horloge. De roze-zandstenen klokkentoren is gebouwd tussen 1451 en 1455 en is 45m hoog. Twee branden hebben het monument getroffen: de eerste in 1655 en de tweede vernietigende brand in 1946 bij de eerste viering van het eind van WOII.
De klokkenluider van weleer, die ieder uur de klok sloeg, leeft nog voort in de naam van de toren en in de 4 figuren die dat sinds de 17e eeuw ieder kwartier automatisch doen: "Jacquemart" en zijn vrouw Jacquette slaan de hele uren, de kinderen Jacqueline en Jacquelin de kwartieren. In 1947 zijn ze in koper gereconstrueerd, de volwassen figuren 1.80 m groot, de kinderen 1m.
Van de toren liepen we langs het Hôtel de Ville, door oude straatjes met vakwerkhuizen en over het Place de l'Ancien Palais naar de kathedraal.
De oorspronkelijke, collegiale kerk (1468-1540) is opgetrokken uit roze zandsteen. Toen Moulins in de 19e eeuw een bisdom werd, zijn de twee klokkentorens en het schip toegevoegd. Hier is gebruik gemaakt van wit kalksteen, afgewisseld met zwart lavasteen. Het oude deel van de kerk bevat prachtige gebrandschilderde ramen uit de 15e en 16e eeuw, onder meer enkele met de portretten van de laatste hertogen van Bourbon.
Naast alle devotie kan de geestelijkheid enig gevoel voor humor toch ook niet ontzegd worden.
Tegenover de kathedraal staat het Château des ducs de Bourbon, of liever gezegd wat daarvan over is na een verwoestende brand in 1755. Deze donjon heet in de volksmond "le mal coiffé" vanwege het platte dak dat slecht bij de rest van het gebouw past. Een rondleiding door het gebouw en de kelders, die gedurende twee eeuwen voor de Fransen dienst hebben gedaan als gevangenis en in WOII voor de Duitsers, is mogelijk met de Citypass, die eveneens toegang geeft tot het naastgelegen Musée Anne-de-Beaujeu.
Moulins heeft meer interessante musea en bezienswaardigheden. Het loont de moeite om voor een stadsplattegrondje en tips naar het toeristenbureau te gaan. Wij liepen aan het eind van de middag terug naar de auto en genoten nog even van de winkeltjes met alle heerlijkheden van de Auvergne.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten