zaterdag 13 juli 2024

Autorondrit door het regionaal park van de Languedoc: Saint-Chinian - Saint-Pons-de-Thomières - Olargues - Tarassac - Cessenon

We kunnen niet alles op de fiets! Vandaag vanuit Saint-Chinian een rondje met de auto - eerst over de mooie weg door de bergen naar Saint-Pons-de-Thomières. We zijn dan al in het natuurpark van de Languedoc. De Saint-Ponskathedraal geeft het stadje meteen een in het oog springend historisch tintje, maar het werd pas echt leuk toen we vanaf de hoofdstraat een paar smalle, grauwe straatjes inliepen en uitkwamen bij de poort en de brug "Entre deux Villes". De naam zegt het al: de oude brug (12e/13e eeuw) over de Jaur verbindt twee stadsdelen. Thomières en Saint-Pons waren oorspronkelijk twee aparte plaatsen. 
De eerste bewoning vond plaats in de prehistorie bij de bron van de rivier de Jaur: Thomières. De bouw van een abdij in 936 op de andere oever markeert het begin van de plaats Saint-Pons. Er was verschil: "la ville moindre et la ville mage". Thomières werd de "kleine stad, de "stad van de armen" genoemd, de nieuwe stad met zijn abdij en herenhuizen de "magiërstad". 
Door de poort en over de brug betraden we het "arme"stadsdeel en werden we verrast door eeuwenoude muren en huizen, een eenvoudig kerkje (La Chapelle des Pénitents 1616-1620) en sfeervolle, smalle en sterk hellende straatjes. De straatnamen spreken dikwijls boekdelen. Toen ik een plaatselijke bewoner vroeg of hij het hier fijn wonen vond, beaamde hij dat met een brede lach - maar met de auto naar zijn huis was wel erg lastig en kostte bovendien veel benzine, dus dat deed hij maar niet! We zijn hier dan ook geen auto's tegengekomen, wat een heerlijke rust!





Een stuk verderop vonden we de bron van de Jaur die een ruim ondergronds bestaan kent in een grot met een 6 km lang gangenstelsel en vele zalen. Een van de grootste ondergrondse meren bevindt zich hier, zo vertelt een informatiebord. Door een brede grotopening treedt het riviertje naar buiten om verder vrolijk in de zon door de stad te dartelen. 



En zo kwamen we weer in het centrum terug. We hebben nog een rondje om en in de kathedraal gedaan.



Het stadhuis was helemaal klaar voor de Europese verkiezingen en de Olympische Spelen (in Parijs), wij voor een kopje koffie op een terras. Daarna volgden we de loop van de Jaur over de weg naar Olargues. Tussenstop bij een klein dorpje met een mooie stenen brug over de rivier. Verderop weer een stop op een grote picknick- en parkeerplaats die aansluiting geeft op o.a. het fietspad over La Piste Verte, de vroegere spoorlijn van Castres naar Bédarieux. Een keienpaadje leidde door bloemenvelden en bossen naar de bron van de Frejo, die zich vanuit zijn verborgen oorsprong in de hoge rotsen fris naar beneden liet klateren. Wij waren er niet op voorbereid, maar er is hier een strandje en een heerlijke zwemplek voor warme dagen.

















Olargues tekende zich met zijn hoge toren en opeengepakte huisjes tegen de heuvel hoog boven de Orb uitnodigend af. Weer zo'n charmant en historisch stadje dat door smalle straten en steegjes tussen eeuwenoude huizen en poorten, met het kasteel en op de top de ruïnes en de hoge toren, te voet verkend moet worden. Je moet er wat voor over hebben, maar dan heb je ook wat. Alleen al het ongekende uitzicht! Het was maandag: geen museum en geen café open, jammer maar niet getreurd.








Over de tuibrug bij het gehucht Tarassac zijn we nog even uitgestapt, omdat we niet alleen de omgeving, maar ook de brug over de Orb zo mooi vonden. Zo werden we getuige van een aantal losgeslagen peddels die in de breder wordende stroom onder de brug op ons af kwamen drijven. Verderop in de stroomversnellingen ploeterden de gedupeerde kanoërs, van wie sommigen niet alleen de peddels maar ook de complete kano waren kwijtgeraakt. Er werd veel geschreeuwd en druk gewerkt om de boel weer bij elkaar te krijgen. 


Wij vervolgden ongehinderd onze weg boven de ravijnen en stroomvernellingen van de Orb terug naar Cessenon. In Roquebrun kon alleen nog de Cave ons verleiden tot uitstappen. Het gesprek met de beheerder, die ons liet proeven, ging over de streek, de bewoners en de toeristen die hier komen. Dat was net zo leuk als de proevreij zelf. Daarna zijn we wel zonder verder oponthoud naar de camping in Saint-Chinian teruggereden. Een lang verhaal, veel foto's, maar het was dan ook een heel fijne dag. 








Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten