Ons verblijf in G öreme onderbraken we voor 1 nacht om naar de Ihlara vallei te gaan. Onderweg kwamen we langs Saratli Kirkgöz. Deze ondergrondse stad ligt niet ver van de vroegere routes van de kruistochten en de Zijderoute. De Christelijke boeren groeven deze onderkomens met beitels en hamers uit in het zachte gesteente als schuilplaats tijdens oorlogen, aanvallen en vervolging. De beitelkerven waren op veel plaatsen goed te zien. Oorspronkelijk telde deze stad 7 verdiepingen. Sinds de restauratie zijn er in 2001 drie verdiepingen opengesteld voor bezoekers. Geheime gangenstelsels in de regio boden een ontsnappingsroute naar de stad. De hoofdingang leidde naar een zaal waar paarden en vee werden gehouden. Nissen in de muur dienden als voederbakken en ruiven. Voorraadruimten, een kookplaats, 40 kamers met douchegelegenheid, een waterbron en in dit complex ook een ventilatiesysteem maakten het mogelijk om hier langere tijd te verblijven.
Grote ronde stenen, lijkend op molenstenen, dienden om de verschillende delen van de stad bijna onzichtbaar af te sluiten. In het midden zat een gat, waar doorheen men met pijlen en speren de vijand kon afweren.
In de kookruimte zijn de muren zwart geblakerd. Roosters dekken de kookplaatsen af om bezoekers een ongelukkige val te besparen.
Er was her en der verlichting, maar een extra zaklamp of koplampje is geen overbodige luxe en wie slecht ter been of claustrofobisch is, kan beter bovengronds blijven. Hoewel dit naar verluid niet de mooiste of grootste ondergrondse stad is, vonden wij het interessant en indrukwekkend. Wel jammer dat er door gidsen of informatiebordjes niet meer toelichting werd gegeven op de diverse ruimten en hun gebruikstoepassing.
Van Saratli reden we over een onverharde weg door het Turkse platteland naar ons hotel, dat net buiten Selime lag.
Die middag hebben we de omgeving eerst met de auto verkend. Zo kwamen we in een klein dorpje met oude boerderijen, maar ook veel nieuwe huizen en vriendelijke bewoners. De dames wilden best op de foto en toen de meneer iets verderop dat in de gaten had, voegde hij zich snel bij hen.
Ook hier vonden we boven wat verlaten huisjes aan de rand van het dorp grotwoningen en restanten van een kerkruimte.
Twee meisjes hadden stro verzameld op de kruiwagen en brachten dat naar hun oma bij een waterbekken, dat gevoed werd door een riviertje beneden ons. Tapijten die werden geklopt en waren gereinigd, lagen over muurtjes en zo langs de kant van de weg te drogen en te luchten.
Door de autoruit :
Vanaf de bergweg keken we uit over Belisirma in het fraaie dal van de Ihlara.
De restaurantjes aan en op het water hebben onmiddellijk mijn hart gestolen, zo leuk! Op drijvende pontons zijn al dan niet overdekte banken gemaakt, waar je je relaxed in de kussens kunt vleien en van een lekker hapje kunt genieten.
Langs de andere kant van de vallei reden we het dorp uit om al snel weer te stoppen bij de Alachurch, een grote rotskerk met vele fresco's die echter behoorlijk aangetast zijn door de tand des tijds, met name als gevolg van vocht, of ook opzettelijk beschadigd. De fresco's dateren van eind 10e en uit de eerste helft van de 11e eeuw.
In Bezirhane werd lijnzaadolie geproduceerd, zoals hier rechts van de kerkruimte. Lijnzaadolie werd gebruikt voor verlichting in olielampen.
De dalende zon zette het land in een prachtig licht en ging schitterend onder. Aan de overkant van de weg bij ons hotel hebben we daar stil van genoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten