woensdag 2 augustus 2017

Van Gallician naar het Etang de Scamandre

Gallician is een bescheiden dorp, gelegen tussen twee kanalen, met een lekkere boulangerie, een winkel met streekproducten, een paar bar-restaurants en een jachthaven. Op wijngebied springt de grote hal van de Cave Cooperative onmiddellijk in het oog; wij hebben er prima wijnen gekocht. Het is even doortrappen tegen de hoge brug over het kanaal (links op de foto), dat de Rhone met Sete aan de Middellandse Zee verbindt, maar daarna voert de D799 recht en vlak (grijze streep helemaal rechts) tussen de rietkragen en wateren door naar het Etang de Scamandre. Vanaf de brug heb je een geweldig uitzicht over de eindeloze plassen en rietlanden. 


Je hoeft ook niet tot het natuurpark van Scamandre te wachten om iets te beleven. Reigers, water- en zangvogels in alle soorten en maten vliegen je om en over de oren. Wat in het riet gebeurt, hoor je wel, maar zie je niet, totdat je het geluk hebt dat een karekiet op een hogere tak zijn zang aanheft en zich niet direct laat verjagen door belangstellende passanten.


Op sommige plekken zijn openingen in het riet rechts van de weg. Dan kun je ver kijken, maar als je voorzichtig beweegt en stil bent, valt er vlakbij veel te ontdekken. Wij zijn drie keer naar Scamandre gefietst en alle keren hebben we onderweg veel vogels gezien en altijd veel steltkluten. Hier waren we blijkbaar in hun broedgebied en konden we niet alleen van de hoogpotige volwassen vogels genieten, maar ook van de pulletjes die soms net uit het riet tevoorschijn kwamen.





Wanneer we op zo'n plekje stopten, sloegen de steltkluten dikwijls alarm met hun schelle roep. De pulletjes trokken zich wat terug, oudere vogels vlogen soms weg, maar maakten zich niet altijd even druk. De mannetjes hebben gitzwart-wit verenkleed en meer zwart op de kop dan vrouwtjes, bij wie de kop zelfs helemaal wit kan zijn. De donkere veren van vrouwtjes en juvenielen zijn niet helemaal zwart, maar meer bruinzwart.




Juveniel






Twee keer heb ik purperkoeten gezien waar het water zich achter de rietkraag breed opende, maar zelfs als ze halverwege de plas waren, op ruime afstand, kozen deze schuwe vogels voor een rappe aftocht naar de beschermende bosjes aan de overkant. Geen mooie foto's dus, maar wel leuk om ze gezien te hebben.



Bergeenden, zowel volwassenen als juveniele, een krooneend met een paar pulletjes, en andere soorten eenden hielden zich vooral op aan de veilige kant van het water en op de eilanden daar.



Op ons tweede fietstochtje landde er voor ons neus een ooievaar (waarschijnlijk van het nest van Scamandre) in het water en begon aan een rondje voedsel zoeken. We hadden al vaker ibissen gezien, in de verte of overvliegend, maar bij deze en de volgende gelegenheid troffen we een groepje in deze plas aan. Aanvankelijk niet ver van de weg, maar we konden nog zo voorzichtig onder de dekking van de rietkragen stoppen en naderbij sluipen, zodra ze ons in de gaten hadden, zochten ze het op hoge poten een stukje verderop. In het Nederlands worden deze ibissen Zwarte Ibis genoemd. Op afstand en bij donker weer lijken ze misschien zwart, maar dichterbij en in het zonlicht, glanst het verenkleed roestbruin en op paarszwart met een metalige groene glans. Daarom vind ik het Engelse Glossy Ibis een toepasselijker naam.




Deze steltloper was een enkeling. In dit geval waag ik me niet aan een benaming, omdat ik het niet zeker weet.





Nooit hebben we zoveel en van zo nabij Ralreigers gezien als in deze regio. Deze bevond zich in vlakbij de bocht bij het Centre de Scamandre.











Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten