maandag 30 maart 2020

Bergstadt Clausthal-Zellerfeld

Op een van onze tochten tijdens onze week in Osterode waren we door Clausthal-Zellerfeld gereden. Daarbij waren ons de grote blauwe kerk en de vele kleurige houten huizen opgevallen; een reden om nog eens terug te keren voor een bezoekje.  

 
De naam verraadt het al: Clausthal-Zellerfeld omvatte oorspronkelijk twee aparte stadjes; Deze hadden beide hun bestaan aan de mijnbouw te danken. Pas in 1924 zijn de beide stadsdelen samengevoegd. Er zijn nog vele sporen en monumenten uit het mijnbouwverleden terug te vinden in de stad zoals de Technische Universiteit in Clausthal, gespecialiseerd in mijnbouw  en het mijnmuseum in Zellerfeld. 
De voormalige mijnbouwstad ligt op de Oberharzer Hoogvlakte, temidden van de bossen en de talrijke meertjes en beekjes van de Oberharzer Wasserregal. Vanwege de soms straffe weersomstandigheden is voor de bouw van huizen en andere bouwwerken veelal hout en leisteen gebruikt. Meermalen hebben grote branden genoodzaakt tot wederopbouw. De huidige Marktkirche zum Heiligen Geist dateert, uitgezonderd enkele latere toevoegingen, uit 1642. Deze is een belangrijk voorbeeld van barokke kerkbouw en de grootste houten kerk in Duitsland. Er zijn eerder ingrijpende restauraties nodig geweest, maar ook nu konden we de kerk niet vrij betreden als gevolg van werkzaamheden. Gelukkig werd ons wel een snelle blik gegund. Een lichte zaalkerk zonder veel opsmuk, waarin het schitterende altaar met orgel, de kansel (gesteund door Mozes) en het doopvont des meer in het oog sprongen. Sinds 2012 prijkt het kerkgebouw in de opvallende blauwe kleur in plaats van het voorgaande ingetogener grijs.




Kleur is wat hier in het oog springt.
Het marktplein is omgeven door kleurige woonhuizen, een café-restaurant "Glück Auf" (de groet van de kompels) en het Rathaus, met het wapen van Clausthal boven de entree, waarin de gereedschappen van de mijnwerkers een prominente plaats innemen. Aan de andere kant de TU.



Via de hoofdstraat naar de Kronenplatz, het centrum van Clausthal. Vandaar gaat de weg langs veelkleurige huizen omlaag richting Zellerfeld.




De huizen, m.n. in Zellerfeld, weerspiegelen niet zelden de plaats van de bewoners op de maatschappelijke ladder. De kleinere huizen voor de mijnbouwers en handwerklieden, de statiger gebouwen voor de hogere beambten, zoals het Dietzelhaus (geel, onder). De trots van de mijnwerkers valt in de architectuur af te lezen, aldus een brochure van harz.info. Sociale bouw zoals van de Zellerfelder Bergapotheke is het resultaat van het besef van de landsheren dat gezondheid van de mijnwerkers ook een economische factor was. 


We zijn inmiddels bij het Oberharzer Bergwerk Museum aangekomen. Het museum bestaat uit een binnen- en een buitenmuseum. Binnen zien we de technologische en culturele geschiedenis van de mijnbouw in de Harz. In de gewelven beneden zijn samples van ertsen en mineralen, op de bovenetage vinden we vooral voorbeelden van de bedrijfsvoering en het dagelijks leven.  










In het buitenmuseum werd duidelijk hoe de delfstoffen boven kwamen en hoe de verdere bewerking plaats vond, welke krachten daarvoor nodig waren. Zo werd ook duidelijk waarom al die kanaaltjes "Wasserwerke" in de Harz zo belangrijk waren. Je kon eventueel onder begeleiding afdalen, maar dat hebben wij niet gedaan. 





Schaftlokaaltje

 





wateraanvoer naar het rad


St Salvatoris Kirche 


We eindigden ons uitstapje in Clausthal-Zellerfeld bij de mooie Berg Apotheke met het hoge dak, de grote erker boven de ingang en - een beetje verstopt - onder de uitspringende façades 64 verschillende houtgesneden, beschilderde koppies. 









Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten