dinsdag 6 juni 2023

Alentejo : de graansteppen bij Castro Verde - Vale Gonçalinho


Wij hadden Castro Verde als reisdoel uitgekozen, omdat de pseudo-steppe van deze regio bekend staat om zijn grote diversiteit aan vogels, waarvan sommige ernstig beschermd zijn. Het is het belangrijkste gebied in Portugal voor de grote en de kleine trap, de grauwe kiekendief en de kleine torenvalk en de kalander leeuwerik. Iets noordelijk van Castro Verde is een informatiecentrum Vale Gonçalinho voor het biosfeerreservaat Castro Verde. Er zijn vanaf dit centrum enkele routes uitgezet langs de meest interessante punten. Er is een kleine parkeerplaats en picknickgelegenheid en een winkeltje. Toen wij er om een uur of half 11 kwamen was er één mevrouw die ons de beste looproute aanwees: naar de wegsplitsing, de nesttoren, de oude boerderij en aan de andere kant vòòr de weg terug een pad naar een vogelkijkhut. De nesttoren is in eerste instantie gebouwd om de kleine torenvalken meer nestmogelijkheden te bieden. Maar ook vogels als scharrelaars, Europese torenvalken en kerkuilen vonden het wel fijn om hier hun nest in te richten. Daarom zijn er later extra nestkasten bijgeplaatst en zijn er in speciale nestwanden en in verlaten schuren en huizen meer nestholen gemaakt. 


De uitgestrekte laagvlakte die het midden vormt van de Alentejo wordt ook wel Campo Branco genoemd, naar de witte gloed die over de velden kan hangen. Wij hebben dat tijdens ons verblijf niet waargenomen. Er staan in het gebied weinig bomen, er worden voornamelijk granen verbouwd. Het natuurbeheer door de LPN kan alleen succes hebben in nauwe samenwerking met en medewerking van de boeren in het gebied. Kleine veranderingen in het steppe-ecosysteem kunnen grote gevolgen hebben. Wat dat betreft baarde de aanhoudende droogte vorig jaar reeds de boeren zorgen en gezien de uitblijvende regen in dit voorjaar, zal het er niet beter op geworden zijn. 


Op dit moment wilden wij alleen maar genieten van dit interessante gebied en kijken wat we konden ontdekken. Aan het begin van het pad was een beekje, de grassen stonden hoog en vol met kruiden. Vlinders warmden zich op en zochten nectar in de veldbloemen. De bomen die daar nog stonden, boden een dichte schuilplaats voor de vogels die kwetterend voor ons opvlogen uit het gras. En dat waren niet allemaal speciale vogels, maar ook gewone mussen. Boven de weidse velden in de hoge lucht zongen de leeuweriken. 


Kleine vuurvlinder, oranje luzernevlinder, klein koolwitje en resedawitje. Al deze vlinders hebben we regelmatig tijdens onze wandeling gezien.





De mevrouw in het informatiecentrum had verteld dat er bij de nesttoren op dat moment voornamelijk kraaien zouden zijn. We zagen er inderdaad vele en omdat we niet zo heel ver zouden kunnen lopen, hebben we dit zijpad overgeslagen. Wel hebben we daar hoog in de lucht een kleine torenvalk gespot en een roodstuitzwaluw. Geen mooi foto's door de afstand, maar als memorabele waarnemingen, voeg ik ze toch maar toe.








We liepen het pad omhoog naar de oude, verlaten boerderij. Prachtige runderen met jongvee begraasden de uitgestrekte weiden. Iets hoger kwamen we weer bij het waterstroompje en een plek waar wat bomen stonden. De koeien vonden er desgewenst wat schaduw, ik vond wat kale botten in het gras en zette er mijn ??? bij. We hebben rond de boerderij en een stuk in het veld gelopen, het pad verder langs de omgeploegde akkers, maar geen spectaculaire waarnemingen van traps kunnen registreren. Ooievaars, duiven en kraaien ontgaan je niet snel, maar een kleine trap gaat ongezien gemakkelijk op in de grassen. Tot twee keer toe vloog een kleine trap van vlakbij voor me op, maar te onverwacht voor goede foto's. Dat geldt ook voor twee zandhoenderen die overvlogen. Rob heeft op een verre heuvel drie grote trappen zien landen en geregistreerd, herkenbaar maar geen publicatie waardig. Geeft niet, we hebben evengoed genoten van alles wat we tegenkwamen, ook van al het kleine in het veld - bloemen en insecten, waarvan ik de naam niet altijd ken en heb kunnen terugvinden. De vlinder is, denk ik, een bruin zandoogje. Het gele bloempje draagt de fraaie naam kleverige ogentroost.








Het traditionele boerenbedrijf in de Castro Verde regio is gebaseerd op extensieve landbouw - een systeem van afwisselen van gewassen en velden braak laten liggen. De cyclus begint met het inzaaien van de omgeploegde velden in de herfst en de oogst in juni met achterlating van de stoppels ofwel twee jaar achtereen zaaien en oogsten gevolgd door 3 à 4 jaar braakligging. Het resultaat is een mozaïek landschap van graanvelden, stoppelvelden, braakliggende velden en omgeploegd land en juist die afwisseling is zo belangrijk voor de steppevogels. We hopen dat de droogte het de boeren en natuurbeheerders het de komende jaren niet nog moeilijker zullen maken. In ieder geval stond er in dit vroege jaargetijde ondanks de droogte nog wel wat water in de riviertjes die we hier en daar tegenkwamen. We vervolgden onze tocht voor een verdere kennismaking met de regio.


 

Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten