De omgeving van Liverdun vonden we te mooi om zomaar achter ons te laten en dat gold eveneens voor het zonnige weer. Voor de komende week werd ook in Frankrijk veel regen verwacht, dus Pluk de Dag en laten we nog een nachtje blijven. Zo trokken we deze zondagmorgen de wandelschoenen aan en volgden we het pad langs de rivier. Blauwe lucht met sluierwolkjes, zo'n 25°. Breed stromend water en vooral heel veel groen.
Liverdun ligt in een bocht van de Moezel en vanaf de camping liepen we zo het fiets-voetpad op, dat deel uitmaakt van het 85-km lange parcours van de Boucle de la Moselle. Rechts van ons torende het oude stadje boven ons uit, aan onze linkerzijde overspande de spoorbrug de rivier. Langs de oevers van een rivierarm met stilstaand water was een oorverdovend kikkerconcert. In de bomen gingen zwartkoppen er nog luidkeels overheen.
Hier en daar liepen we langs wilde bloemenbermen en kleurrijke biodiverse grasakkers, die veel vlinders en insecten aantrokken. O.a. veel van deze kleine heispanners (?) en ook klaverspannertjes.
Met diverse nieuwe voorzieningen in de vorm van houten ligstoelen, picknickplaatsen etc. is hier veel werk gemaakt van een goede combinatie van natuur en recreatie. Wij laafden ons aan de inhoud van onze rugzak bij een picknicktafel voor we terugkeerden om ook iets van het oude stadje te zien.
Het was klimmen geblazen tegen de steile heuvel op om langs het kasteel het oude centrum met het Romaanse kerkje op de top te bereiken. Onderweg kwamen we veel zwarte roodstaarten tegen, die hun nest in de holten van de oude gebouwen en muren hadden. Bekken vol voedsel om de nestjongeren en de uitgevlogen juvenielen te voeden.
De oude kastanje bij het kasteel bood welkom schaduw om even op verhaal te komen na de warme klimpartij. Het kasteel Corbin zelf is door de naamgever op de ruïnes van de vroegere burcht gebouwd in 1837, later door brand verwoest en heropgebouwd. Sinds 1996 is het in bezit van de gemeente.
In de 12e eeuw was de burcht gebouwd in de bovenstad door een van de bisschoppen van Toul, de eigenaren van Liverdun. De muur rond deze bovenstad telde tien torens. Ook de benedenstad werd ommuurd. In 1467 werd de stad evenwel verwoest door de hertog van Lotharingen. De huidige historische monumenten dateren dan ook uit de Renaissancetijd in de 16e eeuw en de tijd daarna. Het romaanse kerkje op het bovenste plein is gebouwd rond 1184, eveneens grotendeels verwoest en in verschillende fases gerestaureerd. Achter het graf van Saint-Euchaire zit wel een bijzonder verhaal. Deze bisschop zou in 362 onthoofd zijn in Pompey (Lotharingen) en te paard met zijn hoofd onder zijn arm Liverdun hebben kunnen bereiken. Daar ligt hij dan met zijn hoofd in de hand!
Aan de andere kant van het plein vonden we de toegangspoort tot het Hôtel de Camilly, gebouwd in de 18e eeuw als zomerresidentie voor de bisschop. Nu is het regionale toeristenbureau er gevestigd. Vandaar liepen we naar de Bovenpoort uit de 12e eeuw, een van de stadspoorten die nog bewaard zijn gebleven. Op onze weg terug naar beneden kwamen we o.a. langs eenopenbare wasplaats. Deze is pas in 1901 gebouwd. Tot die tijd moesten de vrouwen met hun was naar beneden naar de rivier. Het lavoir heeft tot in de 21e eeuw dienst gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten