Al in 1210 was de toenmalige koningin zo gecharmeerd van het volledig ommuurde stadje, dat haar gemaal de koning het haar cadeau heeft gedaan. Vanaf toen ging Obidos over van koningin naar koningin, waaraan het de naam Vila das Rainhas dankt. En waarschijnlijk ook haar welvaart en vele kerken, want de verschillende dynastieën hebben goed geïnvesteerd in Obidos, ook in de restauratie van gebouwen na de grote aardbeving van 1755.
Koninginnen zijn hier niet meer, maar toeristen des te meer. Om de verwachtte drukte voor te zijn, gingen we al voor half 10 op pad, terwijl het lager gelegen land nog in dichte mist gehuld was. Een kleine toegangspoort was vlakbij ons verblijf, maar nu kozen we voor de hoofdpoort. Deze Porta da Vila is waarschijnlijk ca. 1376 gebouwd door koning Fernando en is vestingtoren en kapel ineen. Veelkleurig beschilderd boogplafond en wit-blauwe azulejo's met bijbelverhalen (uit 1740/45) .
Het was nog stil op straat, de winkeltjes gingen net open en de eerste terrassen werden klaar gezet. We konden ongehinderd foto's nemen. Twee hoofdstraten leiden vanaf de hoofdpoort naar de poort bij het kasteel aan de andere kant. Kleine straatjes en kleurige steegjes vormen hellende verbindingen met gladde klinkertjes en trappen tussen hoog en laag en het is de moeite zeker waard om die achterstraatjes te verkennen. Obidos staat bekend als boekenstad en voor de liefhebber zijn er een paar sfeervolle winkels: één met (look-a-like) smeedijzeren klassiek interieur oogt om van te smullen en dat in letterlijke zin aangezien de klassieke banden waarschijnlijk in mindere mate over de toonbank gaan dan de blikjes sardines etc. Comur is dan ook een visconservenwinkel, waarvan er meer vestigingen zijn in Portugal. Bijzondere combinatie hier met de boeken. In Lissabon vonden we een identieke winkel: blijkt een keten te zijn. Een serieuzer boekenaanbod troffen we aan in een winkel die bomvol stond met gestapelde houten fruitkisten met boeken in een originele combinatie met regionale biologische landproducten. Hedendaagse literatuur en jeugdboeken vonden we in de Sao Tiago kerk bij het kasteel.
Ginja is de lokale trendsetter: een soort kersenlikeur die met een gedrenkte kers in chocoladecupjes wordt aangereikt. Je drinkt eerst de likeur, eet dan de kers en als laatste de chocolade. Eigenlijk een winterdrankje en eigenlijk traditioneel in een klein glaasje, maar hier het hele jaar door grif met chocolade geschonken en verkocht. Tal van andere leuke winkels met regionale producten en heel veel hebbedingetjes - en niet te vergeten de patisserieën en de chocolademakerij - maken het geheel compleet. Een fotogeniek plaatsje maakt het selecteren uit de vele foto's lastig. Dus vooruit. En ik zal van de beelden van onze muurwandeling een aparte post maken.
Wij hebben de halve muurwandeling gelopen en kwamen bij de hoofdpoort weer naar beneden. We hebben daar even staan praten met een paar Franse bezoekers, die juist met een bus waren aangekomen. Het was niet meer zo rustig als twee uur geleden, maar het viel overigens nog alles mee - zeker voor een zaterdag. Voor ons werd het tijd om een keer ginja te proeven en bij de chocolade makerij te gaan kijken voordat we naar ons huisje terugliepen.
The Chocolate House. Handgemaakte bonbons en chocoladesculpturen met de vraag: hoeveel weegt Charley (niet van de Chocolate Factory maar Chaplin) en hoeveel de oldtimer?
's Avonds hebben we een traditionele maaltijd genoten en de zonsondergang in de stilte van de avond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten