We liepen door de eerste toegangspoort en kwamen op een plein vanwaar we onze weg vervolgden door de tweede poort over de weg die leidde naar het centrale binnenplein.
Ons tijdslot was nog niet aan de beurt, het was nog niet zo druk en we konden in alle rust rondkijken. Via de trap bij de toren konden we over de kantelen rond het kasteel lopen. Ik zou het iedereen aanraden. Het zicht reikte nog niet tot aan de zee, maar de muren van de Moorse burcht waren de mist al te boven.
Voor het interieur is dus een tijdslot, de entree is daar waar de monniken vroeger ook het klooster betraden. Want op de plaats waar nu dit kasteel staat, heeft koning Manuel I tussen 1503 en 1511 een klooster laten bouwen. Hij was zelf zeer betrokken bij de bouw, waar Moorse kunst (het mooie tegelwerk) en de Portugese architectuur van de vroege 16e eeuw (Gotiek en Renaissance elementen) samenkwamen. De eenvoud van het kleine klooster in combinatie met de kleurenpracht van de Moorse tegels, de blauwe mozaïekvloer en het roze marmer uit Arrabida, maakt indruk. Koning Manuel wilde hiermee zijn dank uiten aan de goddelijke macht die zijn overzeese expedities zo succesvol had gemaakt, maar het was tevens een uiting van koninklijke macht. De architectuur- en kunststijl die in deze tijd werd ontwikkeld, is naar hem vernoemd: de manuelstijl. Heel herkenbaar hierin zijn allerlei versieringen zoals elementen uit de zee (zie de Triton boven de poort), gevlochten touwen, kabels etc.
We zouden deze nog vaker tegenkomen tijdens onze rondreis.
Met name door de grote aardbeving van 1755 werd ook het klooster zwaar getroffen, alleen de kapel bleef gespaard. Koningin Maria II en haar gemaal Ferdinand hebben begin 19e eeuw het klooster en omliggende gronden gekocht en omgetoverd tot paleis, dat zou dienen als zomerverblijf. Het is gebouwd in een mengeling van verschillende 19e eeuwse bouwstijlen. Het klooster werd daarbij mooi geïntegreerd in het paleis. De zuilengalerij op de etage kreeg ramen en werd een doorgang naar de verschillende kamers, die ooit de verblijven van de monniken waren geweest. Tot de afzetting van de koning bij de revolutie in 1910 heeft de koninklijke familie er gewoond. Daarna werd het paleis toegankelijk gemaakt voor publiek. De zuilengang werd weer open, maar de koninklijke vertrekken zijn onveranderd gebleven en geven alle bezoekers die de route door het paleis volgen, een inkijkje in het leven van Ferdinand en Maria en hun familie.
De "Stag room", waar banketten werden gegeven voor gasten die niet in de privé dinerkamer werden toegelaten.
Met een laatste blik omhoog en een picknick halverwege de weg omlaag in de koele schaduw van de bomen, hebben we ons bezoek afgerond. Meer tijd voor de tuinen hadden we helaas niet, want er stond een nieuw reisdoel op het programma: Obidos.
De rijen voor de entree waren aanzienlijk langer dan die ochtend, maar in de bus terug naar Sintra hadden we nu alle plaats.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten