Vanuit Évora reden we door de Alentejo met zijn droge gele heuvels, uitgestrekte graanvelden en boomgaarden, kurkeiken; koeien in de volle zon op kale graslanden. Beja wilden we als tussenstop bezoeken en aangezien het kasteel van Beja overal bovenuit steekt, koersten we daarop af. De straten aan deze buitenrand van het centrum zagen er wat sjofel uit; her en der zwerfvuil, wat we nergens anders zo gezien hebben. Over een kleine dagmarkt liepen we naar het kasteel, langs een mooi voorbeeld van een gepelde kurkeik en door de oude Romeinse poort; de geschiedenis van Beja gaat ver terug. De burcht met zijn stoere toren dateert uit de 13e eeuw en diende zo dichtbij de landgrenzen strategische doelen. Vandaag de dag is het leuk om over de massieve granieten kasteelmuren van hoektoren naar hoektoren te lopen en vandaar over de stad uit te kijken. Maar dat kan ook vanaf een nog hoger standpunt: de Torre de Menagem. Deze is geheel uit marmer opgetrokken en kan beklommen worden (gratis).
Naast de kerk staat de kathedraal - groot woord voor een betrekkelijk kleine kerk, waar juist een doopplechtigheid was afgelopen. Een paar monniken verlieten juist de kerk en wij namen snel een kijkje binnen.
Op een korte wandeling in de omgeving van het kasteel toonde de stad ons verschillende gezichten. Stille straten met vervallen gevels met bladderende verf en deuren en ramen die hard aan onderhoud toe waren, maar ook fris geverfde huizen met gaaf tegelwerk. We zagen Moorse invloeden uit lang vervlogen tijden, maar ook opvallend veel art déco uit de vorige eeuw.
Wij lieten het hierbij, we verlangden naar de kust. We reden door een deel van het Guadiana Natuurpark via Mértola en langs het stuwmeer van Odeleite naar Castro Marim en vandaar naar Santa Luzia.
Maar voor wie meer van Béja wil zien is dit ook nog een aardige site: https://nl.topworldtraveling.com/articles/travel-guides/15-best-things-to-do-in-beja-portugal.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten