De ligging bij het centrum was zeer gunstig en uitnodigend om op pad te gaan. Dat deden we dan ook. Zo liepen we door een grote, gezellige winkelstraat en kwamen we bij het mooie blauw betegelde kerkje (oorspronkelijk begin 18e eeuw, azulejo-gevel 1929): Capela das Almas de Santa Catarina. Winkels gespecialiseerd in pastel de nata of vol ballet-tutu's en -schoentjes voor aankomende ballerina's, de rode koe en kleuren van Força Portugal voor voetbalfans, Swarovski en andere chique. Alles was te koop voor wie het maar betalen kan.
Er was een marktje onder de trappen van de Santo Ildefonso. Bij het zien van de tramrails kwamen we bijna in de verleiding om op de oude tram te wachten. Goed dat we dat niet gedaan hebben, want bij het toeristenbureau bij de kathedraal vernamen we iets later dat zowel de tram als de funicalar (kabelbaan) uit bedrijf zijn genomen. Jammer. Qua afstand en klimmen was het ook geen enkel probleem om te voet verder te gaan: de kathedraal en de brug waren ons doel.
De kathedraal, gelegen op de hoogste heuvel van de stad, is een van de oudste monumenten van Porto. De bouw startte begin 12e eeuw, in feite als vestingkerk, wat nog terug te zien is in de kantelen; die stoere torens mogen er ook zijn. De voorgevel heeft overwegend de kenmerken van de Romaanse bouwstijl. Door de eeuwen heen is er veel veranderd en toegevoegd, waardoor een mengeling van bouwstijlen is ontstaan.
Vanaf het plein voor de kathedraal heb je al een prachtig uitzicht over de stad, maar een bezoek aan kerk en klooster kun je niet aan je voorbij laten gaan. En in deze hogere sferen zou onze blik nog verder reiken! Wij liepen na de entree eerst rechtsaf het klooster in.
en
de Sacristie met een overdadig rococo gedecoreerd meubilair en barok schilderwerk.
Via een granieten trap kun je naar het terras. Ook hier azulejo's, maar van de hand van een andere schilder. Ook een heel ander onderwerp: de Metamorphosen van Ovidius. Vanaf deze terrassen kun je nog verder en naar alle kanten over Porto kijken. De oude stad met z'n steegjes en dicht opeen de huizen met de rode pannendaken, kerktorens op verdere heuvels, de rivier met de bootjes, de kades, de bruggen ....... het veelkleurige Porto ligt letterlijk aan je voeten.
Terug naar beneden en naar de kathedraal.
Het hoofdaltaar is typisch Portugese barok (1727-1729). Bij het altaar waren nu twee restaurateurs aan het werk.
We ruilden de hogere en hemelse kunsten voor de dagelijkse werkelijkheid. Over de beroemde Ponte Luiz I liepen we en genoten we van de relaxte sfeer, het mooie weer en de rivier en het leven onder ons. Nu stapten we aan de overkant van de brug op de metro, terug richting hotel. Morgen wilden we terugkomen om in de oude wijken en op de kaden rond te zwerven.
Op iedere vakantie gaat er wel eens iets mis of valt iets tegen. Deze dag in Porto werd onze dipdag.
Ik werd die nacht ziek en was tot mijn bed veroordeeld. Rob is er nog een poosje op uit getrokken, vooral om het São Bento station te bezoeken. Op zijn tocht passeerde hij o.a. de Torre dos Clérigos en de Igreja de Santo Antonio dos Congregados met zijn blauw-gele voorgevel. Op het Praça da Liberdade prijkt het trotse ruiterstandbeeld van koning Pedro IV uit 1866 met de grondwet in zijn hand. Het plein vindt zijn oorsprong in het begin van de 18e eeuw, maar na ingrijpende stedenbouwkundige wijzigingen is er uit die eerste eeuwen weinig of niets meer over. De meeste gebouwen rond het plein, zoals het gemeentehuis, dateren van begin begin 20e eeuw. Het plein vormt als het ware een overgang van de oude naar de nieuwe stad.
Een dipdagje, meer zou het niet zijn.
Jammer van alle dingen die we niet hebben kunnen doen en zien, maar we prezen ons gelukkig: de covid-test was negatief, de volgende dag voelde ik me een stuk beter en konden we onze tocht vervolgen: langs de Douro naar de wijnhellingen en de herkomst van de port!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten