Van Castelo Branco reden we vlot over de A23 tot Gardete om vandaar onze weg over de IP2 zuidoostwaarts te vervolgen. Bij Gardete staken we de Taag (Rio Tejo) over, de grootste rivier van Portugal, die vanuit Spanje (Rio Tajo) dwars door Portugal naar de oceaan bij Lissabon stroomt. We lieten de regio Centro en de granieten bergen achter ons en kwamen in de weidse golvende velden van de Alentejo. De naam komt van "além do Tejo" en betekent letterlijk : over de Taag.
Eindeloze gras- en graanvelden, akkers met eeuwenoude kurkeiken en steeneiken bepalen van oudsher het landschap. De aanplant van olijfbomen schijnt aan belang te winnen. Plantages met oorspronkelijk uit Australië afkomstige eucalyptusbomen nemen veel ruimte in, maar zijn uit oogpunt van veiligheid (bosbranden!) en ecologisch belang
niet onomstreden.
Wijnbouw vindt al sinds de komst van de Romeinen plaats en is na eeuwen van wisselend succes sinds de toetreding tot de EU met stimuleringsfondsen aan een opmars begonnen. De wijnen uit de Alentejo mogen er zijn!
Wijngaarden in de omgeving van Portalegre:
Kurkeiken onderweg. Op de tweede boom is de witte 6 duidelijk zichtbaar. Dat is het getal van het laatste jaar dat de kurkeik geschild is. Er moet minimaal 9 jaar gewacht worden voor er opnieuw geoogst kan worden. In tegenstelling tot de eucalyptusbossen zijn de kurkakkers wel van ecologische waarde, omdat ze afwisselend gecombineerd worden met andere agrarische toepassingen, wat kansen biedt aan een gevarieerde flora en fauna en erosie van het land tegengaat. De kurkeik is dan ook een beschermde boomsoort. Een bedreiging voor de boom vormen evenwel ziektes o.a. als gevolg van moderne landbouwmethoden, en teruglopende financiële opbrengsten, nu de schroefdop op de wijnfles wereldwijd terrein wint. Er worden echter ook vele andere producten van kurk gemaakt, zoals we in de toeristenwinkels met name in het zuiden zouden zien. De Alentejo is de grootste kurkproducent ter wereld, lees ik op
Wikipedia.Twee leuke sites over kurk (eiken):
Her en der zagen we kuddes koeien en velden bont gekleurd van voorjaarsbloemen. De weg was zo stil dat we rustig de auto aan de kant konden zetten om hier even van te genieten.
Een eenzame boerderij op een hoger deel, uitkijkend over het land getuigt van menselijke bewoning. Grote steden vind je hier eigenlijk niet. Verspreid zijn dorpjes, niet zelden in vroeger tijden versterkt met muren en burchten, zo vlakbij de Spaanse grens. Zoals bijvoorbeeld Estremoz, Arraiolos en Elvas. Maar die lieten wij nu links liggen, want ook Evora hoort in dat rijtje thuis en dat was
ons doel van vandaag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten