maandag 24 juni 2024

Louhans en de Bresse Bourgogne

16 mei, 15°. Weer veel nattigheid verwacht vooral voor deze middag. Louhans is de hoofdstad van Bresse Bourgogne, de streek waarin we ons bevonden. Van de welvaart uit vroeger tijden zijn nog mooie overblijfselen, die een bezoek aan het stadje de moeite waard maken. De St Pierre met zijn klokkentoren en Bourgondisch veelkleurige daken, mooie gebrandschilderde ramen. De hoofdstraat met de pilarengalerijen, waar winkels en enkele horecagelegenheden een plek hebben gevonden. En de mannen die met paard en wagen de kartonverpakkingen van de winkels kwamen ophalen, pasten afgezien van de gele hesjes aardig in dit plaatje. 








Helaas was het museum van het voormalige Hotel-Dieu juist gesloten voor de lunch en pas weer toegankelijk voor de rondleiding later in de middag. En omdat de regen inmiddels flink uitpakte, hebben we ons tevreden gesteld met een heerlijke lunch van de beroemde Bresse-kip met een traditionele morilleroomsaus. 


De Bresse-kip is een bijzonder en heel oud frans kippenras. De naam poule de Bresse is beschermd met een appelation zoals we die ook bij wijnen kennen. Aan het fokken en opvoeden van de kippen worden strenge eisen gesteld. Het rood-wit-blauw van de franse vlag komt terug in de kam, de veren en de poten van deze hoender. Als je door de streek rijdt, kom je deze speciale kip dan ook overal in het straatbeeld tegen, want de Bresse-B'ers zijn trots op hun hoenders. Je snapt: er hangt een prijskaartje aan het stukje kip op je bord, maar dan zit je ook wel heel lekker te eten. Wij lieten het ons in ieder geval goed smaken. 


De regen had zich niet laten verjagen door onze culinaire pauze en het haventje en de stad konden ons niet meer verleiden tot een wandeling om de tijd voor het museum te overbruggen. De Seille schijnt een mooie rivier te zijn en ik zou graag een uitstapje in het natuurgebied gemaakt hebben, maar hier gooide de regen toch echt roet in het eten. 
Toch lieten we ons niet helemaal uit het veld slaan. Op de heenweg waren we door bescheiden plattelandsdorpjes gereden, die ons verrasten met fraaie restanten uit hun eigen middeleeuwse verleden.  Montpont-en-Bresse is een klein plaatsje middenin de groene heuvels, waar landbouw- en bosgebieden, doorkruist door kabbelende beekjes, elkaar afwisselen. Van hier starten verschillende wandelroutes. In het centrum van het dorp springen de Mairie (17e eeuw) en de voormalige ambtswoning van de burgemeester met het streekeigen vak- en metselwerk (18e eeuw) in het oog. Tegenwoordig is hier de bibliotheek. Naar de 13e eeuwse klokkentoren van de burchtruïne hebben we niet gezocht. 

In Romenay hebben we wat langer de tijd genomen. Alsof de tijd hier een beetje heeft stilgestaan (denk de geparkeerde auto's weg). We stapten door de oostelijke, 12e eeuwse poort het oude centrum binnen. Ook de westelijke poort is nog bewaard gebleven, maar ternauwernood. Want na de revolutie nam de bevolking en het verkeer dermate toe dat het stadsbestuur de poort wilde kopen om tot sloop over te gaan. De prefect gaf in 1824 toestemming, maar de eigenaresse van een deel van de poort nam geen genoegen met 60 francs schadeloosstelling en heeft op die manier de poort voor sloop behoed. 

De oostpoort is opgetrokken uit zgn. carrons, een soort baksteen van bepaalde afmetingen en stevigheid. Om een stadsmuur en torens te kunnen bouwen, moest er eerst een carronière komen, die de stenen kon produceren. Voor deze omgeving kwam er een steenfabriek in Saint-Trivier-de-Courtes. De  leveringen van de steenfabriek waren leidend voor de bouw van de stad. We willen de historie van het stadje recht doen zonder alle verhalen hier te onthullen. De monumenten zijn voorzien van informatiebordjes voor de geïnteresseerde bezoeker en wij hebben er ondanks de regen van genoten!








We eindigden ons uitstapje op het plein rond de fontein, waar de kippenmarkt van oudsher plaats vond



Ook Saint-Trivier-de-Courtes hebben we nog even bezocht, want dat lag op onze weg naar de museumboerderij Ferme de La Fôret. We hadden het leuk gevonden om iets meer te leren van de historie van de traditionele boerderijen. Maar helaas bleek het museum alleen in het weekend en op feestdagen geopend te zijn en het hele terrein was volledig afgesloten voor bezoekers. We volstonden met een blik over het hek naar het hoofdgebouw - even inzoomen om de maiskolven (voor de kippen!) onder het dak te zien hangen. 



Einde verhaal, terug naar de camping. Eenmaal daar brak de zon flauwtjes door en konden we nog even onder de luifel van een wijntje genieten voordat het te fris werd. 

Een uitgebreid artikel over de Bresse kip vond ik op: https://www.natuurlijkerleven.eu/Poule-de-Bresse

Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten