zondag 21 juli 2024

Genieten van flora en vlinders op de Rocher du Caire (bij Rémuzat - Drôme)





Er zullen weinig mensen zijn die naar de Rocher du Caire klimmen (geheel te voet vanuit Rémuzat of met de auto tot de parkeerplaats en dan te voet verder) voor de vlinders. De gieren vormen hier de grootste trekpleister. Maar de uitbundige en veelsoortige flora was voor mij al een attractie op zich en helemaal toen ik hier meer vlinders dan waar ook op onze vakantie, aantrof. Zowel in aantallen als in soorten. Ik hoop dat ik alle soorten goed gedefinieerd heb. Er waaide een flink windje rond de hoge rotsen, dus dat maakte het fotograferen soms wat lastig. Hooibeestje en bleek hooibeestje
Niet op de foto een argusvlinder.


Op de uiterste punt van deze rotsformatie vlogen veel koningspages rond het ruige struikgewas aldaar. Ik heb ze alleen daar op het rif gezien. 





Vele blauwtjes hebben we in het hele gebied gezien en verschillende soorten. Het heideblauwtje, het mannetje prachtig blauwe bovenzijde, het vrouwtje bruin



Deze nachtvlinder vloog voor ons op en zocht zijn heil bij deze stenen. Een zwartstipspanner?? Beetje crèmekleurig, maar bij een bepaalde lichtval met een parelmoerglans in teer blauw. 
Waar we ook liepen, overal fladderden licht getinte, beetje ijzigblauwe blauwtjes om ons heen, zeer bedrijvig. De naam heel toepasselijk: bleek blauwtjes. Ze zijn in Nederland praktisch verdwenen, maar hier voelden ze zich blijkbaar helemaal thuis.




En dan het adonisblauwtje, zelfs in gehavende vorm nog verleidelijk. De bovenzijde van de mannetjes intens blauw, van de vrouwtjes bruin. Ik dacht eerst met icarusblauwtjes te maken te hebben. Beide vlinders schijnen inderdaad heel veel op elkaar te lijken, maar het onderscheid is heel duidelijk in de witte franje aan de vleugels: bij het adonisblauwtje wordt het wit onderbroken door een patroon van zwarte "blokjes" of streepjes, bij het icarusblauwtje is de franje egaal wit. Weer wat geleerd.



Prachtig dat groot geaderd witje. Zuidelijke luzernevlinder (niet helemaal scherp) en nog een mooie spanner. Zuringspanners ken ik uit de Hollandse duinen, maar dit is waarschijnlijk een paarsbandspanner. En we blijven het kleine eren: dit kalkgrasland dikkopje liet zich graag even in het zonnetje zien.


Bruin zandoogje viel daarentegen niet op tussen al die bruine stenen, maar het hooibeestje wel. 

De kleine pages behoren tot dezelfde familie als de blauwtjes en vuurvlinders. En ik heb weer twee soorten gevonden die veel op elkaar lijken. Maar er is een duidelijk verschil: de wegedoornpage heeft een helderblauwe vlek bij het staartje. De bruine eikenpage moet het zonder doen. 



Deze foto is bij de parkeerplaats genomen en illustreert wel wat een vlinderfeestje het hier was: een hooibeestje nog vaag op de achtergrond, een bruine eikenpage en een bleek blauwtje. En dat was het einde van dit vlinderfestijn. 


Met dank aan obsidentify, de vlinderstichting e.a. 

Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten