donderdag 31 oktober 2024

Pont-Audemer - Toutainville : de meren en de historische stad

Donderdag was een bijzonder natte regendag die we grotendeels in de caravan hebben doorgebracht. We hadden ons verblijf in Le Crotoy nog wel een dag of wat willen verlengen, maar dat bleek niet mogelijk. Camping volgeboekt! Er wordt veel rondgetrokken door de "grijze golf", waartoe ook wij behoren, en onze campingkeuze bleek nogal eens "complet". Vrijdagmorgen (6-9) hebben we  vroeg alles opgepakt en ingepakt - nog redelijk droog onder de donkere wolken - om de voorspelde buien voor te zijn. In Pont-Audemer - Toutainville hebben we een aardige camping gevonden : ten zuiden van de Seine bij meren en natuurgebied, niet ver rijden. 


Dit is het stroomgebied van de Risle, een rivier die uitmondt in de Seine. Oorspronkelijk was de vallei van de Risle vooral boerenland met weilanden, natte graslanden en moerassig gebied. Aan het eind van de 19e eeuw groeide echter de behoefte aan bouwmaterialen en vanaf die tijd vonden er grootschalige afgravingen plaats o.a. ook ten behoeve van de aanleg van de A13, de eerste snelweg van Frankrijk. Zo is dit merengebied ontstaan en inmiddels is deze Site des Étangs een Site de l'ENS, een biodivers natuurgebied waar men natuurbeheer en recreatie zorgvuldig met elkaar wil combineren. Op de druilerige dagen dat wij er waren, heb ik tijdens twee korte wandelingen behalve verschillende zangvogels en enkele watervogels niets bijzonders gezien helaas.


Vanaf de camping konden we over een landweggetje rustig naar Pont-Audemer fietsen, ongeveer 3 km. Zodra we de rand van de oude stad bereikten, werden we verrast door oude vakwerkhuizen. Ik vond zowel hier als in de binnenstad de bouwstijl met een veelheid aan materialen en een even grote verscheidenheid aan patronen, wat rommelig aandoen. Ik zou dan ook niet zonder meer het etiket mooi erop plakken, maar wel mooi authentiek. Verder wordt de charme van de stad niet in het minst bepaald door de vele kanaaltjes met snelstromend water en tal van sporen uit het verleden.

De Risle stroomt verdeeld over een noordelijke en zuidelijke tak door Pont-Audemer. En dat was voor de leerlooiers en papiermakers in vroeger eeuwen belangrijk: er zijn talrijke kanaaltjes tussen beide riviertakken gegraven voor de watervoorziening die zo belangrijk was voor deze ambachten. Hieraan dankt het oude stadje de bijnaam "Venetië van Normandië". Wel een beetje overtrokken, lijkt me. En wil men de naam, faam en leefbaarheid behouden zal er hier en daar wel wat meer in renovatie geïnvesteerd moeten worden. Een behoorlijke mate van verval viel ons op. Dat neemt niet weg dat het een bijzonder aardig stadje is met een paar mooie hoofdstraten en gezellige pleinen, tal van kleine steegjes, poortjes, pleintjes en bruggetjes, waar je een stapje terug in de tijd kunt doen. 



De Église Saint-Ouen staat bekend om de fraaie integratie van Romaanse, Gotische en Renaissance architectuur. De oorspronkelijke kerk dateert van 10e/11e eeuw. Later ontstond de behoefte aan een grotere kerk. De 100-jarige oorlog en financiële problemen hielden de verbouwingen echter meermaals op en aan de achterzijde buiten de kerk is goed te zien, dat de bouw zelfs niet voltooid is. Binnen in de kerk vertellen verschillende informatiepanelen over de historie van de kerk. De prachtige glas-in-lood-ramen vertellen allemaal hun eigen verhaal.



Ons stadsbezoek was steeds tussen de buien door want het was nog altijd behoorlijk miezerig. Maar er waren ook momenten dat de zon even scheen en was het leuk om rond te zwerven en ons een beetje in de bedrijvige vroeger eeuwen in te leven.












Stonden de enorme kaplaarzen in de tuin voor het gemeentehuis symbool voor het Venetië-van-het-noorden of is regen hier een veelvuldig verschijnsel? In ieder geval hadden wij van beide kunnen genieten! Tijd om naar de camping terug te fietsen, terwijl het weer even droog was.




Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten