Maandagmiddag hebben we de fietstocht van de vorige dag voltooid, maar dan met de auto : de stranden en okerkleurige kliffen waar Pénestin bekend om staat. Met name het strand van Mine d'Or, dat zijn naam dankt aan het feit dat de klif vroeger een goudmijn is geweest. Al tijdens WOI is de mijn overigens gesloten bij gebrek aan rendement. Wij vonden een parkeerplaats en hebben eerst een stuk van het
pad der douaniers gelopen tot een punt waar we het strand op konden. De vloed kwam op.
Het Plage de la Source dankt zijn naam aan de opslag van zoet water. Regen kon door de poreuze bovenlagen van de klif heen dringen tot ze op een ondoordringbare laag stuitten, waardoor zich zoet water kon verzamelen onderaan de klif. De falaises bestaan uit lagen sedimentair gesteente, zo'n 100 miljoen jaar geleden gevormd. Hier en daar zijn de verschillende lagen goed zichtbaar. Een informatiebord geeft verdere uitleg (in het Frans), maar er zijn ook
rondleidingen met een gids voor wie zich meer wil verdiepen in de geologische achtergrond van deze omgeving.
Hetzelfde pad terug naar ons uitgangspunt en vandaar een klein stukje de andere kant op, was het strand van Mine d'Or.
Dit uitstapje naar Pénestin hebben we verlengd naar de Punt van Bile, het eind van de kaap, waar een paar eilandjes voor de kust liggen, natuurreservaatjes waar veel vogels verblijven. Daar bevinden zich ook de rijen met mosselpalen, nu onzichtbaar onder water. Op het moment dat wij er van het uitzicht genoten, vlogen juist honderden meeuwen op van het eiland en scheerden krijsend over de baai en de vissersboten. Het was verder stil, het restaurant gesloten, dus wij begonnen aan de terugrit met een draai om de kaap met zijn stoere huizen. De huizen hier zijn gebouwd om de weerselementen te weerstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten