We kwamen bij het Etang de la Mer Rouge, een heel groot meer dat tot onze verbazing helemaal droog stond. En dat terwijl een bordje erop wees dat het om visvijvers ging. De website van natuurpark bood uitkomst: de meren van de Brenne zijn eeuwen oud en zijn vrijwel alle door mensen aangelegd als drinkwatervoorziening voor het vee en later in gebruik genomen als visvijvers. Ze zijn met een stelsel van kanalen en sluizen met elkaar verbonden en worden van oktober tot april stapsgewijs leeggepompt, waardoor de vissen - nog steeds op traditionele wijze - gemakkelijk met grote netten kunnen worden gevangen. De streek is vooral bekend voor de karpers, die je dan ook op de menu's van eetgelegenheden terugvindt.
Aan de andere kant van het pad zagen we wat kleinere vijvers, waarvan er een kurkdroog was, terwijl in een andere een beverrat zich heerlijk aan het wassen was. In een kanaaltje laag stromend water.
Voor ons voelde het als puur natuur met een rijke flora (o.a. bremraap), vlinders, bijen en hommels en andere insecten zoals deze mooie kleine heldenboktor. We fietsten zonder ook maar iemand tegen te komen verder door het bos tussen manshoge varens en grassen, de hoog opgaande bloemenaren van witte affodil, het verrassende blauw van een paar akeleien en teerwitte blaassilene.

Dinsdag hebben we nog een flinke fietstocht gemaakt, deels over nieuwe, deels over eerder gereden trajecten. We hadden de weg veelal voor ons alleen. Het leverde niet echt nieuwe waarnemingen op, maar was wel een plezierige afsluiting van ons verblijf . Het meer van Purais, waar kokmeeuwen, hier en daar wat kuifeenden en tafeleenden, de kolonie witwangsterns en enkele purperreigers in verre rietkragen de meest opvallende verschijningen waren. Via het gehucht Gabriau kwamen we in Gabrière, waar we een smakelijke lunch hebben genoten in Le Gap, voor we verder reden.
L' étang Massé en Foucault. De jonge zwaluwen waren inmiddels uitgevlogen, maar zaten vast ergens in de buurt. Een blauwe ijsvogelvlinder verraste ons dit keer in de bramenstruiken naast het paadje. De steltkluten paradeerden nog steeds statig rond; een stel wintertalingen, wat grauwe ganzen en Canadese ganzen evenals een paar kieviten hadden zich bij de wilde eenden en de meeuwen op het eilandje gevoegd.
We hebben een weekje van de prachtige natuur van de Brenne genoten. Op de nog zo rustige camping kwamen er inmiddels steeds meer bordjes gereserveerd te staan : Hemelvaartweekend. Wij hebben Vichy als bestemming gekozen en hebben voor de zekerheid maar een plaatsje gereserveerd. Au revoir Brenne!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten