woensdag 9 juli 2025

Parc du Marquenterre - Baie du Somme

Maandag. Na de stevige regenbuien van die nacht en nog een kleine toegift in de ochtend, konden we onder een mooi bewolkte, droge lucht op de fiets stappen om naar het Parque Marquenterre te gaan. Het fietstochtje alleen al was de moeite waard: in Saint-Firmin linksaf de landweg volgen, over het riviertje de Maie naar Le Bout des Crocs en de weg wees zich vanzelf naar het park. 


Over een weggetje door moerassen en dennenbossen bereikten we het park. Er is een grote parkeerplaats voor auto's en ook voor fietsers plus een grote picknickweide. Het bezoekerscentrum biedt een museumwinkel, restaurant en terras en toiletten. Wij betaalden €12, entree. 


Het Parc du Marquenterre is van oorsprong niet puur natuur maar dankt zijn bestaan aan het echtpaar Jeanson. In 1950 begonnen zij - met behulp van Nederlandse kennis en techniek - met de aanleg van een 200 ha grote polder voor landbouwdoeleinden. Een kleurenfoto op het informatiepaneel getuigt van de tulpen en hyacinten die in 1960 de velden kleurden. Maar de concurrentie bleek al in 1970 te groot te zijn. Michel Jeanson was dan wel landbouwer, maar in zijn vrije tijd ook zeer actief als jager en vogelringer. Hij besloot zijn landbouwgronden om te vormen tot vogelvriendelijk kustgebied. Het echtpaar droeg de 200 ha poldergrond over aan het Conservatoire du littoral om die doelstelling duurzaam veilig te stellen. In 1994 werd het gebied onderdeel van het natuurpark Baie de Somme en het is uitgegroeid tot een belangrijk ornithologisch park van 3000 ha. In 2023 bestond het park 50 jaar.
Het is een zeer afwisselend landschap geworden aan de rand van de zoutwaterbaai: hoge duinen begroeid met dennenbossen voor de stabilisatie, weilanden, zilte moerassen en kwelders. Door het jaar heen komen hier meer dan 300 soorten vogels. 


In het park zijn paden voor een rondwandeling van ongeveer 6 km aangelegd, met zijpaden hier en daar. Verspreid zijn 13 vogelkijkhutten vanwaar je de vogels in alle rust (zowel voor hen als voor de bezoekers) kunt observeren - en fotograferen. Het platform aan de rand van het dennenbos bood ons een prachtig uitzicht over een deel van het gebied. Een lepelaar vloog over.


Van de heuvel naar beneden liepen we langs plassen en moerassen. Paarse en witte smeerwortel, lichtgele ratelaar, roze koekoeksbloemen en het uitbundige geel van heel veel lissen. Een zwaan met 4 pullen, witte reigers, wat eenden en broedende waterhoentjes. In het riet en in de bossages een diversiteit aan zangvogels, waarvan de namen zich merendeels lieten raden. De koekoek en de tjiftjaf daargelaten. En de rietzangers kwamen uiteindelijk wel in beeld.






Kunstmatige eilandjes in de baai waar tal van watervogels kunnen rusten en broeden in een rijk voedselgebied. Veel clusters van dezelfde soorten op bepaalde plekken. Op de eerste eilandjes zagen we veel kokmeeuwen, maar één kluut voelde zich daar blijkbaar wel bij thuis, terwijl zijn soortgenoten een stukje verderop vertoefden. Hij ging even verzitten en de veren opschudden: drie eitjes werden een moment zichtbaar.




De tweede observatiepost keek uit op zandplaten waar veel bergeenden, tureluurs, kluten en ook grutto's, een enkele scholekster en (kleine?) pleviertjes hun plek hadden gevonden om te rusten, te broeden en te fourageren. Weer iets verder zagen we ook een oeverloper zijn naam eer aandoen. Met een verrekijker waren witte reigers en lepelaars bij de rietkragen aan de overkant van het water te zien, druk bezig om hun kostje bij elkaar te scharrelen.





Een van de laatste zandplaten in de baai werd geheel bezet door aalscholvers. We zagen deze ook veelvuldig over ons heen vliegen en begrepen waarom, toen we iets verder de nesten zagen in de bomen in de binnenwateren. De jongen hadden de bekken gesperd! Een dodaars dook onder om ter plekke zijn voedsel te zoeken.





Terug liepen we weer over een pad door de moerassen. Wat een prachtige omgeving! Het Marquenterre park hadden we vorig jaar niet meer kunnen bezoeken en dat was een van de redenen waarom we naar Le Crotoy zijn teruggekomen. We vonden het zeer de moeite waard!






Voor de terugweg op de fiets had Rob een karrenpad uitgezocht dat steeds smaller en hobbeliger werd. Maar wat was het prachtig fietsen tussen de bloeiende vlier- en meidoornstruiken door! Bij Saint-Firmin bereikten we weer de bewoonde wereld en de asfaltweg. En vandaar was het niet ver meer naar de camping. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Populaire blogberichten