De westkust ten noorden van Lissabon tot ongeveer Porto staat bekend als de Zilverkust. We hadden er al een stuk van mee gekregen, toen we van Sintra via Peniche naar Obidos reden. Vanuit Obidos reden we nu via de N8 naar Nazaré. In 1980 zijn we hier geweest op een bewolkte dag in september. We waren toen de enige toeristen. Ik vond nog een oude foto waarop het strand vol was met vissersboten, droogrekken met vis en vissers die er hun netten zaten te boeten. We troffen destijds een moment dat er juist een boot het strand opkwam en de netten werden binnengehaald met de hulp van een grote groep vissers en hun vrouwen. De opbrengst in de netten was niet zo groot in mijn ogen en werd nagenoeg ter plekke verhandeld. Ik vroeg me toen al af hoe ze daarvan konden leven. De vis die gedroogd werd, was geschikt voor latere consumptie of verkoop in mindere tijden. De vrouwen en mannen waren nog veelal in het zwart gekleed, de vissers met de lange muts om hun tabak droog te houden in de punt. Toeristennostalgie. De tijd heeft ook hier niet stilgestaan.
Nazaré heeft meer te bieden dan het strand en de vissers, maar wij hebben ons na ons ommetje tevreden gesteld met zo'n heerlijk kopje espresso op een terrasje tussen de plaatselijke bevolking en hebben onze eerste pasteis de nata geproefd. Het zouden niet de laatste zijn! Ondertussen genoten we nog even van het uitzicht. Ook op de verre kaap was inmiddels de ochtendmist opgetrokken en was het 16e eeuwse fort zichtbaar geworden. Wij gingen evenwel met de auto landinwaarts om met een volgende tussenstop in Alcobaça richting Coïmbra te rijden.
Overzicht van de Zilverkust: https://www.portugal-vakantie.info/costa-de-prata.html
Voor het vervolg van onze dagtocht naar Alcobaça: https://renrreizen.blogspot.com/2022/06/costa-da-prata-het-klooster-van-alcobaca.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten