De Algarve is niet alleen kust en mooie stranden. João had ons geadviseerd om een tocht het binnenland in te maken door de heuvels van de Monchique naar de oude vestingstad Silves en badplaats/kuuroord Monchique. Rond het middaguur was onze boottocht afgelopen en we hadden nog een hele middag om gehoor te geven aan zijn tip. Silves ligt op een half uurtje rijden aan de Rio Arade. Aan de rivier vonden we een groot stadspark met een groot parkeerterrein en de VVV waar we een stadsplattegrondje en wat informatie meekregen. De 15e-eeuwse boogbrug over de Arade vormde tot nog niet zo lang geleden de verbinding met de kust. In de moderne markthallen was de meeste handel al opgeborgen en op de terrassen werd aan de lunch gewerkt. Wij liepen het oude stadscentrum in, omhoog naar de burcht. Via leuke en gezellige winkelstraatjes bereikten we de poort naar de middeleeuwse stad.
In de tijd van de Moorse overheersing was Silves een belangrijke stad. Het is ook een tijd lang de hoofdstad van de Algarve geweest, maar met het verzanden van de Arade rivier nam het economisch belang af. Bij de toegangspoort tot de oude stad is bij archeologische opgravingen oude bestrating van grote, dikke zandsteen tegels gevonden, die nog bijzonder goed in tact was. Verschillende munten, die daarbij ook gevonden zijn, wezen erop dat de aanleg van de poort en het plaveisel tot de 14e eeuw te herleiden zijn. Bij de stadsvernieuwing is besloten deze bestrating ter plekke te herstellen en opnieuw aan te leggen. En daar liepen wij nu zo overheen de poort door.
Het was een stevige klim door steile straatjes en daarbij passeerden we vanzelf de kathedraal, de Sé van Silves. Deze is in de tweede helft van de 13e eeuw gebouwd op de plaats waar eerst de moskee stond.
Verder omhoog bereikten we tenslotte
het kasteel, nog altijd bewaakt door koning Sancho I, paraat met het zwaard. Hij veroverde in 1189 Silves op de Moren. Daarmee was het echter nog niet klaar, want in 1191 heroverden de Moren de stad weer op de christenen. Pas in 1253 werden de christenen definitief weer de baas en liet koning Alfonso III het zwaar gehavende kasteel herbouwen.
De eerste vermeldingen van het kasteel in de geschiedschrijving dateren uit de 10e eeuw. De layout van het kasteel is waarschijnlijk wel veranderd in de loop der eeuwen. Tegenwoordig heeft het kasteel 10 torens, maar waarschijnlijk is alleen de vierkante toren links van de entree uit die tijd. De indrukwekkend robuuste muren en torens zijn opgetrokken uit een mengsel van klei, grind, zand, kalk en het rode zandsteen van deze regio (grés de Silves) en je er kunt helemaal rondom over lopen. Dat biedt een mooi uitzicht over de stad en wijde omgeving, alsmede op diverse ooievaarsnesten iets buiten de muren. Binnen de muren is een grote archeologische site, waar je doorheen kunt lopen en ook is er via een trap een toegang gemaakt tot de ondergrondse waterreservoirs, die bij een belegering van substantieel belang waren. Deze cisternen waren zo omvangrijk dat ze zo'n 1.200 mensen gedurende bijna een jaar van water konden voorzien. Nu is er onder de gewelven een museum ingericht.
Terug in de stad hebben we op een overschaduwd terras een heerlijke salade verorberd. De porties zijn hier onvermijdelijk groot. We waren volledig toegerust op ons volgende traject en hadden ook geen avondmaaltijd meer nodig!
Meer informatie op de volgende twee aardige websites:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten