zondag 18 juni 2023

Algarve : Aljézur en de Costa Vicentina

3 mei. We zouden twee dagen in Aljezur verblijven en kwamen daar in de voormiddag aan. Het dorp Aljezur ligt niet direct aan de kust, maar iets landinwaarts tegen de heuvels gebouwd langs het gelijknamige riviertje. Althans het oude dorp, want aan de overkant van de middeleeuwse brug ligt de nieuwe stad, gebouwd na de aardbeving van 1755. De toenmalige priester nam het initiatief om zijn nieuwe kerk aan de landzijde van de rivier in de vallei  te bouwen om ook de bewoners die veiliger kant op te bewegen. De wijk vormt nu het belangrijkste deel van het dorp en wordt wel Igreja Nova genoemd. De gemeente Aljezur is echter veel groter en strekt zich  over een groot gedeelte langs de kust uit en omvat een aantal baaien met mooie stranden. In deze regio is landbouw altijd de belangrijkste bron van inkomsten geweest, maar tegenwoordig doet het toerisme ook een aardige duit in het zakje. Toch is het hier niet zo druk als aan de zuidelijke Algarvekust, omdat een lange  strook van de zuidwestkust natuurbeschermingsgebied is. Geen grote hotels en massatoerisme, maar kleinschalige accommodaties en een paradijs voor natuurliefhebbers en allerhande sportievelingen. 


In 1995 is de kuststrook tussen Sines in de zuidwestelijke Alentejo tot Burgau in de zuidelijke Algarve uitgeroepen tot natuurpark om het unieke ecosysteem te behoeden voor projectontwikkelaars en het grote toerisme. Het is een gebied met een rijke en soms unieke flora en een belangrijke overwinterings- en doortrekplaats voor talrijke (soorten) vogels. Vorig jaar hebben we vanuit Lagos al de kaap bij Sagres, Carrapateira en Vila do Bispo bezocht. Deze middag reden we vanuit Aljezur naar Praia da Arrifana over de weg via Vales hoog boven de vallei van de rivier Aljezur. De huizen van Arrifana dalen met de steile helling mee naar de baai, die door de hoge kliffen beschermd wordt tegen de noordenwind en de hoogste oceaangolven. Wij zijn niet in het dorp zelf geweest, maar hebben wel van het mooie uitzicht en de flora vanaf de noordelijke kaap genoten voordat we noordwaarts zijn doorgereden.. 

Carpobrotus edulis is allicht gemakkelijker te onthouden als de hottentotvijg (ijskruidfamilie) en is uit Zuid-Afrika in Europa ingevoerd. Deze komt nu langs veel Europese kusten voor. Hele tapijten van deze invasieve exoot met gele en roze bloemen hebben we vrijwel overal langs de Portugese kusten gezien. Ze schijnen echter nauwelijks negatieve invloed op de inheemse vegetatie te hebben en dus hebben we er evenals de vele bijen en hommels alleen maar van genoten. 
De  cistanche phelypaea is een typische gele bloem zonder bladeren (foto onder), die we vorig jaar her en der in de Formosa lagunes hebben aangetroffen. Het is een parasitaire plant die wel hoort bij de Middellandse Zeekusten. Dit is de enige plek waar ik hem aan de westkust heb gezien. De grijze kerria met de citroengele bloempjes vertoonde zich ook hier weer in veelvoud, terwijl de lilaroze centaurea Sphaerocephale slechts een bescheiden plaats voor zich opeiste - wel een soort die voorkomt van Portugal tot Italie.



Praia de Monte Clérigo hebben we voor de volgende dag bewaard. Nu volgden we de weg direct langs de kust naar het strand van Amoreira. Vanaf die weg voeren verschillende vlonderpaden naar de rand van de klif, waar je over zandpaadjes kunt rondstruinen. Overal langs deze kliffen wordt overigens gewaarschuwd voor afbrokkelend gesteente. Dus zowel als je óp de rotsen als eronder op het strand staat, is het verstandig om enige afstand te bewaren van de randen. Ik trof hier een witbloeiende klaversoort met harig grijsachtig blad aan - dorycnium hirsutum. Deze groeit in het wild in het mediterrane gebied van Portugal tot Turkije. Wel grappig, want op de parkeerplaats aan het eind van de weg stond een informatiebord over een soort klaverblauwtje, die hier veel voorkomt, maar ondanks zijn naam haar eitjes legt in de armeria planten, die hier alom tegenwoordig zijn. Het vlindertje hebben wij evenwel niet gespot - misschien nog niet het goede seizoen. 



Het mooie Amoreira strand is zowel van de noord- als de zuidzijde toegankelijk. Aan deze kant eindigt de weg op een parkeerplaats, waar je bij de Taberna do Gabriel II voor een hapje, drankje en toilet terecht kunt. Vandaar gaat een houten boardwalk naar beneden, waar de ribeira Aljezur in de zee uitmondt. De boardwalk heeft een mooi uitzichtplatform, maar eindigt in feite op de rotsen boven de rivier en geeft eigenlijk niet echt toegang tot het strand. Als je fit bent is het goed te doen bij laagtij. Het water komt echter hoog bij vloed en dan schijnt de overkant van het strand moeilijk bereikbaar te zijn. Het was nu weliswaar eb, maar wij zijn de volgende dag via de andere kant van de rivier naar het strand gereden. 




De omgeving is prachtig! Een verlokkelijk zandpad voerde de duinen in, maar wij besloten zo langzamerhand naar Aljezur terug te keren en onze B&B op te zoeken.


De vruchtbare vallei en de witte huizen van Aljezur tegen de heuvels. We zijn dezer dagen wel even het stadje ingelopen, hebben een keer heerlijk geluncht bij Cafe da Ponte aan het weinig indrukwekkende stroompje dat de rivier hier vormde. Aan de overkant van de brug is een (gratis) parkeerplaats en de markthal, die vrij bescheiden is maar een verleidelijk assortiment aan streekproducten en verswaren biedt. Een eenvoudige hap en een geurig kopje espresso behoort ook tot de mogelijkheden. 






We reden Aljezur uit zoals we gekomen waren, over de N267 en sloegen nu wel het landweggetje in naar Casa Alva. Beschut tussen de heuvels, temidden van bossen en extensief landbouwgebied vonden we ons nieuwe logeeradres. Een oase van rust, een mooi appartement en een vriendelijke gastvrouw die samen met haar moeder dagelijks voor een uitstekend ontbijt zorgde, zouden ook dit weer tot een aangenaam verblijf maken.





Geen opmerkingen:

Populaire blogberichten