Een aantrekkelijke start vermoedden we in het Weserdal - in Höxter of Heinsen maar beide campings die we op het oog hadden, waren in het Pinksterweekend volgeboekt. Zo begonnen we de 7e juni aan het Lutterzand, nog net in Nederland, totdat we maandag op de Weserberglandcamping terecht konden.
De camping is een langgerekt terrein aan de oever van de Weser. De kampeerplaatsen aan de rivier zijn erg in trek. Het is niet helemaal onze smaak, zo alles keurig in het gelid en zonder afscheiding, maar wij kregen een bijzonder ruime hoekplaats (84) bijna aan het eind van het terrein, bij een grote boom en evengoed met een mooi uitzicht over de rivier - dat beviel ons prima.
De sfeer was er gemoedelijk, de (Nederlandse) eigenaars zijn vriendelijk en alles was piekfijn in orde. Een goede uitvalsbasis voor onze verkenning van het Weserdal en omstreken.
Heinsen is een klein boerendorp, waar je vanaf de camping door het land zo naar toe loopt. Maar voor winkels moet je ofwel iets verder naar Polle ofwel zuidwaarts naar Stahle. Wel kun je met een voet/fietspont vanuit Heinsen oversteken naar de Weser Radweg aan de overkant.
Aan de overkant is, als ik het goed begrepen heb, de hoofdroute van de Weser Radweg, maar wij vonden het heel fijn om rechtstreeks vanaf de camping aan deze zijde van de rivier de alternatieve route door de landerijen naar Stahle en Holzminden te volgen. We genoten van onze nieuwe e-bikes, de bossen, de rivier en de korenvelden met wuivende granen en volop bloeiende klaprozen en kruiden.
Een kleurrijke zonsondergang
en een mistige morgen
Wij vinden het altijd heerlijk om de natuur al op de camping te kunnen beleven. In een van de hoge naaldbomen was een valkennest. Het jong was al flink genoeg om zelf van boom tot boom te vliegen, maar we hoorden en zagen dikwijls hoe het gevoed werd door de ouder(s?). Ook een rode wouw (paartje) hoorde hier ergens thuis en dat leidde soms tot schermutselingen met de valkenpopulatie.
Een zwarte roodstaart is op zich niet bijzonder, maar die zie ik bij ons in de Randstad nooit en ik vind het een mooie vogel. Een puttertje is geen vreemde, maar verveelt nooit en "onze" boom zat er soms vol mee. Massa's mussen kwamen graag op huisbezoek als er een kruimeltje viel mee te pikken.
Het Weserbergland bleek in de week dat we hier geweest zijn, een keur aan natuur- en cultuurbeleving in petto te hebben. Hier hebben we de Weserrenaissance leren kennen in stadjes als Höxter en Hameln en de voorbeeldige kastelen van Bevern en Hämelschenburg.
De Weserrenaissance is een soort regionale (Noord-Duitse) variant op de renaissance bouwstijl. De term is geïntroduceerd door Richard Klapheck in 1912. De rijke gevelversieringen met o.a. voluten, maskers, figuren en monsterachtige koppen, de sierlijsten met wapens en inscripties en vooral de rijk versierde erkers ("Utluchte") zijn kenmerkend voor de Weserrenaissance.
We hebben veel gefietst over de Weserradweg: o.a. naar het nabijgelegen Polle, naar Holzminden en Bevern; ook Höxter met Schloss Corvey ligt vanuit Heinsen binnen het bereik van e-bikes. Voor uitstapjes naar Hameln met z'n rattenvanger en een rondrit naar Fürstenberg (het porseleinmuseum) en de wandelpaden bij Silberborn hebben we duidelijk voor de auto gekozen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten